Het is al een hele tijd geleden dat ik nog iets in mijn dagboek schreef. Niet omdat ik niets te vertellen had maar wel omwille van problemen met de gezondheid. Het begon allemaal in Zwitserland op de laatste wedstrijddag op woensdag 21 mei. Ik voelde me alles behalve lekker maar nam toch deel aan de wedstrijden waar ik me voor ingeschreven had. De callroom voor de laatste race zal ik niet snel vergeten. Stel je maar eens voor dat je last hebt van je maag en ze ineens uitgebreid zitten te vertellen over English breakfast en orange marmelade ieeeeeuuuuuuuuwwwwww mijn maag keerde helemaal binnenstebuiten!
Na de races pakten we onze koffers verder in en vertrokken we ’s anderendaags ’s ochtends weer richting BelgiĆ«.
Vrijdag nam ik een dagje rust om de dag erna 24 mei op de Flanderscup in Lokeren te kunnen knallen. Ik voelde me echter verre van goed, ik denk dat iemand anders in mijn plaats gewoon forfait gegeven had en in zijn bed was gaan liggen, maar zo steekt ons Mie niet in mekaar. Zo wit als een lijk nam ik deel aan de wedstrijden en deelde ik een massa handtekeningen uit aan de lieve kinderen.
Bij de 400 meter race gebeurde er iets raars wat ik nog nooit eerder had meegemaakt! Ik was als een peil uit een boog zeer sterk vertrokken, klaar om records te verbreken maar de laatste 60m blokkeerden mijn armen en kreeg mijn hoepels niet meer rond gedraaid en moest ik mijn tweede plaats afgeven aan mij mannelijke tegenstanders. Het moest wel vanuit mijn nek en rug komen. Niet normaal!
Donderdag 29 mei, op deze feestdag was het wedstrijd in Sint Niklaas waar wij als wheelers weer met open armen ontvangen werden!
Ik was super benieuwd naar hoe mijn armen vandaag op de lange afstand zouden reageren. Net nu het vrt journaal stond te filmen blokkeerden mijn armen toch niet weer de tweede ronde zeker! Op het einde was het zo erg dan ik moest kiezen tussen linker of rechter arm en reed enkel op mijn linker arm verder om te kunnen finishen en om mijn gekwetste schouder te kunnen sparen!
Alles deed zo pijn, ik voelde me slecht en maakte me serieuze zorgen, ik had immers zaterdag mijn volgende wedstrijd in Oordegem! Ten einde raad belde ik dokter Frank Audoor de revalidatie arts in Diest op of hij me niet verder kon helpen. Hij nam niet meteen op wat normaal is voor zijn verlof dag, maar hij belde me ’s avonds omstreeks 23u nog terug op omdat hij aan mijn ingesproken bericht hoorde dat ik me echt wel zorgen maakte en mocht ’s anderendaags ook al maakte hij de brug bij hem terecht! Oef! Wat een pak van mijn hart!
Vrijdag, de dag voor de wedstrijd bij dokter Audoor kreeg ik nog 6 spuitjes in mijn geblokkeerde nek en rug maar ik stond toch paraat op de Flanderscup in Oordegem op zaterdag 31 mei! Ik dacht dat ik er ook nog eens last van hooikoorts had maar blijkbaar was het meer dan dat, achteraf bleek ook nog eens dat ik griep had, maar ik stond er toch maar en reed haast 2 wereldrecords zelfs in deze toestand, niet te geloven hoe ver een willeke je kan drijven!