Donderdag 25 augustus 2014

Rond de middag werd ik weer verwacht op de bureau van het wit/geel kruis voor mijn wekelijkse Baxter. Ik had veel plezier met de verpleging en deed een deugddoend schoonheidsslaapje. Nadat de Baxter was ingelopen bolde ik weer naar huis vol energie met rolstoel.

Ik kon s’avonds de slaap maar niet vatten, ik zat nog vol energie en kreeg plots het idee in mijn hoofd om pasta te koken voor de training de dag nadien. Ik gaf Zenn mijn hulphondje de opdracht mijn rolstoel tot bij mij te trekken en dat deed ze ook met veel plezier. Ik deed de electronische rugleuning van mijn bed omhoog gaan en kon zo mijn transfer naar de rolstoel doen.
Ik haalde een kookpot uit de kast, vulde die met water en wat olie en als het water kookte gooide ik er de pasta in en stelde de kooktijd in. Na 7 minuten hoorde ik het beepende geluid en haalde de kookpot van het vuur en bracht die naar de pombak waar mijn vergiet al in klaar stond. Plots weet ik niets meer! Het volgende moment was dat het kokende water en pasta op mijn schoot lagen ipv van in het vergiet! Helse pijn! In paniek belde ik naar de centrale van het wit/geel kruis. Pieter-Jan die toen de nacht deed hoorde meteen aan mijn gekrijs dat er iets serieus aan de hand was en belde meteen de ambulance op. Ik was zo in paniek dat ik nog 2 verpleegkundige vriendinnen opbelde. Sonja zei dat ik onmiddellijk ik de douche onder koud/lauw water moest gaan zitten. Zo gezegd zo gedaan. Door de adrenaline kon ik meer dan ik zelf dacht en heb zelfs mijn eigen kledij zelf uit kunnen trekken.

Door het water dat over me spoelde zag ik de grote lodders vel los komen echt walgelijk! Op een moment moest ik in al mijn ellende met al dat vel aan witte pens denken. Toen ben ik ook in shock gegaan. Luidkeels begon ik te braken maar echt heel luid en ben ik beginnen schreeuwen uit paniek en onmacht.

Zenn begon plots luid te blaffen en te grommen waardoor de ambulanciers niet naar binnen durfden te komen. Gelukkig arriveerde Sonja en Greet bijna op hetzelfde moment en zij durfden wel naar binnen komen en hoorden me krijsen onder de douche onder het stromende water tussen de pasta braaksel en mijn lodders vel. Ja, een mooi zicht was het niet! De ambulanciers legden me op een brancard en bolden me de ambulance in. Eerst reden we naar het ziekenhuis van Diest, daar zagen ze meteen dat het te ernstig was en ik moest overgebracht worden naar het brandwonden centrum. Omdat er in Leuven geen plaats meer was werd ik meteen overgebracht naar het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek waar ik meteen een transfer naar een ongemakkelijke tafel kreeg en werd er meteen een infuus geprikt.

Met drie gemaskerde volledig steriel ingepakte mannen waren ze met me bezig. Met pincetten trokken ze het verbrandde vel van me af het was een beetje zoals villen van een konijn wat zeer pijnlijk was! Zelf in al mijn ellende zei ik:”zeg, jij trekt mijn bruine kleurtje er vanaf!”
Toen het dode vel verwijderd was werd ik van borst tot enkels ingesmeerd met een zalf en werden de wonden bedekt met vetverband en tot slot helemaal ingewindeld, ik was net een mummie. Na de verzorging kreeg ik een kamer op high Care met een lieve verpleegkundige.
Een tijd later hoorde ik precies nog iemand luidkeels braken, net een dejavu.